Wat is een cross-border lease?
Een cross-border lease (CBL) is een financiële constructie waarbij het economisch eigendom of het langdurig gebruiksrecht van een kapitaalgoed – zoals een elektriciteitsnet of -centrale – tijdelijk wordt overgedragen aan een buitenlandse investeerder, vaak uit de Verenigde Staten. De investeerder betaalt hiervoor een groot bedrag ineens aan de oorspronkelijke eigenaar (bijvoorbeeld een Nederlands nutsbedrijf). Vervolgens least het nutsbedrijf het kapitaalgoed direct weer terug voor een afgesproken periode, waarbij het periodiek huur betaalt. Na afloop van deze periode kan het nutsbedrijf het goed vaak tegen een vooraf bepaalde prijs terugkopen.
Waarom werd deze constructie gebruikt?
De belangrijkste reden voor Nederlandse netbeheerders om cross-border lease-constructies aan te gaan, lag in het fiscale voordeel. Door de bijzondere contractstructuur kon de Amerikaanse investeerder fiscaal afschrijven op het bezit van het kapitaalgoed. Dit leverde de investeerder een belastingvoordeel op, dat vervolgens gedeeltelijk werd gedeeld met het Nederlandse nutsbedrijf. Zo ontstond er een win-winsituatie: de investeerder profiteerde van fiscale voordelen, terwijl het nutsbedrijf een aanzienlijke financiële vergoeding ontving zonder daadwerkelijk afstand te doen van het operationele beheer van het netwerk.
Hoe werkte het in de praktijk?
- Het Nederlandse nutsbedrijf (zoals Nuon, Stedin, DELTA of Continuon) sloot een langlopend leasecontract met een Amerikaanse investeerder.
- De investeerder kreeg economisch eigendom of een langdurig gebruiksrecht, en betaalde een groot bedrag ineens.
- Het nutsbedrijf huurde het netwerk direct weer terug en bleef verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud.
- Aan het einde van de leaseperiode kon het nutsbedrijf het netwerk terugkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs.
- Gedurende de looptijd bleef het juridische eigendom bij het nutsbedrijf, maar de investeerder had rechten op basis van het contract, wat extra zekerheden en afspraken vereiste.
Voordelen voor de netbeheerders
- Directe financiële injectie: De netbeheerders ontvingen een aanzienlijk bedrag ineens, wat kon worden gebruikt voor investeringen of om de financiële positie te versterken.
- Fiscale optimalisatie: Door het delen van het fiscale voordeel met de Amerikaanse investeerder werd een extra rendement gerealiseerd zonder operationeel risico.
- Beheer en gebruik bleven in Nederland: Ondanks de economische eigendomsoverdracht bleef het netwerk operationeel in handen van de Nederlandse netbeheerder, zodat de dienstverlening aan klanten gewaarborgd bleef.
Waarom is deze constructie gestopt?
Met de invoering van de Wet onafhankelijk netbeheer (Splitsingswet) werd het eigendom en beheer van de elektriciteitsnetten in Nederland wettelijk gescheiden van de commerciële energiebedrijven. De wet vereiste dat het netwerk in publieke handen bleef en door TenneT werd beheerd. Omdat CBL-contracten vaak een looptijd van tientallen jaren hadden, moesten er overgangsregelingen komen om de rechten van buitenlandse investeerders te respecteren. Dit leidde tot complexe juridische situaties, waarbij soms het beheer van delen van het netwerk tijdelijk bij de oorspronkelijke netbeheerder bleef tot het CBL-contract was afgelopen.