De lokale warmtetransitie is de laatste jaren écht gaan leven, blijkt uit het rapport “Lokale Warmtetransitie in Beeld 2025”. Ruim 110 Nederlandse gemeenten zijn geïnterviewd over hun plannen, aanpak en knelpunten. De uitkomst? Ambities zijn groot, de praktijk weerbarstig – en warmtepompen blijken populairder dan ooit.
Warmteprogramma’s in de lift
Vrijwel alle gemeenten werken aan een warmteprogramma. Steeds meer focussen zich op het haalbare tempo, beïnvloed door netcapaciteit, wetgeving en betaalbaarheid. Ongeveer 40% van de gemeenten schrijft momenteel een concreet uitvoeringsplan. Daarbij zijn gemeenten vooral faciliterend: ze stellen kaders, verbinden partijen en proberen inzicht te krijgen in de voortgang met monitoring. De behoefte aan actuele data groeit snel.energeia
Warmtenetten: minder populair, wel nodig
Waar warmtenetten in 2024 nog in veel plannen voorkwamen, zien gemeenten er in 2025 vaker van af. De hoge kosten, onzekere wetgeving en zorgen over het draagvlak remmen het enthousiasme. Toch verwacht 40% van de gemeenten de komende tien jaar een warmtenet aan te leggen of uit te breiden. Goed nieuws: in gebieden met netcongestie worden warmtenetten als kansrijke oplossing gezien, al brengt dat ook weer nieuwe stroomvragen met zich mee.energeia
Warmtepompen aan kop, maar zonder blauwdruk
Warmtepompen zijn de meest gekozen strategie (95%!), zeker in kleinere gemeenten. Toch ontbreekt vaak een concreet beleid. Regie op warmtepompen is beperkt door netproblemen, geluidseisen en betaalbaarheid. Bij slechts een kleine minderheid van de gemeenten is het aanwijzen van all-electric wijken echt aan de orde. Interessant: groen gas in combinatie met een hybride warmtepomp wordt juist in landelijke regio’s gezien als een belangrijk alternatief.energeia
Dilemma’s: wetgeving, capaciteit en betaalbaarheid
Gemeenten zijn positief over steun vanuit het rijk, maar wetgeving, financiering en personeelscapaciteit blijven de grootste knelpunten. Netcongestie beïnvloedt de plannen, financiering van warmtenetten is onzeker, en bewoners moeten beter bereikt én meegenomen worden. Het tempo? Gemeenten zijn ambitieus, maar vinden het lastig om grootse stappen te zetten zonder meer richting en middelen van Den Haag.energeia
Meer isolatie, maar uitvoering blijft lastig
Isolatie krijgt veel aandacht dankzij het Nationaal Isolatieprogramma. Met campagnes en gerichte aanpakken lukt het steeds beter om bewoners te bereiken, maar het daadwerkelijk aanzetten tot actie blijkt lastig. Samenwerking met andere gemeenten en provincies groeit wel, met gezamenlijke aanbestedingen en soortenmanagementplannen.energeia
Kijkje in de praktijk: Utrecht en BUCH-gemeenten geven het goede voorbeeld
Utrecht loopt voorop met een uitgebreide plan-MER, zodat de milieueffecten van elke warmteoplossing helder zijn. De BUCH-gemeenten (Bergen, Uitgeest, Castricum, Heiloo) verkennen de aanwijsbevoegdheid voor all-electric wijken, maar hanteren langere overgangstermijnen om bewoners voldoende tijd te geven.energeia
Conclusie: tempo maken, samen versnellen
De warmtetransitie is definitief op stoom, maar vraagt veel van gemeenten én burgers. Het rapport maakt duidelijk: gemeenten willen doorpakken – van plannen naar doen. Daarvoor is regie, samenwerking én landelijke duidelijkheid essentieel. Alleen zo krijgt Nederland in 2030 ook lokaal écht een duurzaam (en comfortabel) warm huis.
Bron: “Lokale Warmtetransitie in Beeld 2025”