Het stoppen van de gaswinning uit het Groningenveld, dat decennialang een belangrijke bron van aardgas was, heeft grote gevolgen gehad voor de energievoorziening in Nederland. Sinds 1 oktober 2023 is de productie uit het Groningenveld definitief gestopt
Dit besluit werd genomen vanwege de aanhoudende aardbevingen en de schade die deze veroorzaakten aan de huizen en infrastructuur in de regio
Nieuwe gasvelden en toegenomen productie
Hoewel de gaswinning uit het grote Groningenveld is gestopt, betekent dit niet het einde van gaswinning in Nederland. Er zijn nog veel kleine gasvelden verspreid over het land, vooral in het noorden, waar nog steeds gas wordt gewonnen. Friesland is bijvoorbeeld een belangrijke regio geworden voor gaswinning uit kleine velden. In 2023 kwam bijna 30% van de totale gasproductie in Nederland uit deze kleine Friese velden.
Daarnaast zijn er plannen om gas te winnen onder de Waddenzee, hoewel dit veel weerstand oproept van lokale gemeenschappen en milieuorganisaties. Ook kleinere gasvelden in Groningen en Noord-Drenthe blijven actief.
Andere ontwikkelingen
Naast de verschuiving naar kleinere gasvelden, is er ook een toename in de import van aardgas uit het buitenland, zoals Noorwegen en de Verenigde Staten. Dit gas wordt opgeslagen in verschillende gasopslagen in Nederland, waaronder Grijpskerk, Norg en Bergermeer.
De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) blijft een belangrijke speler in de gaswinning en heeft vergunningen voor 175 kleine gasvelden in Nederland. De NAM is ook betrokken bij het veilig opruimen van de vele gasbehandelingsinstallaties en putten die niet meer in gebruik zijn.
Hoewel de gaswinning uit het Groningenveld is gestopt, blijft Nederland afhankelijk van aardgas voor zijn energievoorziening. De productie uit kleine velden en de import van gas uit het buitenland spelen een cruciale rol in het voldoen aan de binnenlandse gasbehoefte. Tegelijkertijd blijft er veel discussie en weerstand tegen nieuwe gaswinningsprojecten, vooral vanwege de milieueffecten en de veiligheid van de lokale gemeenschappen.