Op 6 mei 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) een belangrijke uitspraak gedaan in een geschil tussen netbeheerder Liander en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) over de aansluitplicht van zonneparken. Deze uitspraak is van groot belang voor ontwikkelaars van duurzame energieprojecten én voor de verdere verduurzaming van Nederland.
De zaak in het kort
Drie bedrijven – Emmett Green B.V., Gutami Solar Development B.V. en Zonnepark Middelsee B.V. – hadden bij Liander ieder een eigen aansluiting aangevraagd voor hun zonneparken. Liander weigerde dit verzoek en stelde dat het om één gezamenlijk zonnepark ging, waarvoor slechts één aansluiting nodig zou zijn. De initiatiefnemers waren het hier niet mee eens en stapten naar de ACM, die hen in het gelijk stelde: Liander moest voor elk zonnepark een aparte aansluiting realiseren123.
Het opknipverbod en de Elektriciteitswet
Liander ging in beroep en beriep zich op het zogenaamde ‘opknipverbod’ uit de Elektriciteitswet. Dit verbod houdt in dat productie-installaties die tot dezelfde onderneming behoren en onderling verbonden zijn, slechts recht hebben op één aansluiting. Volgens Liander was dat hier het geval, omdat de zonneparken dicht bij elkaar liggen en er sprake zou zijn van organisatorische en technische bindingen.
De ACM en uiteindelijk ook het CBb oordeelden echter anders. De hoofdregel is dat iedere partij recht heeft op één aansluiting per WOZ-object. Het opknipverbod is alleen van toepassing als zonneparken tot dezelfde onderneming behoren, onderling verbonden zijn én direct naast elkaar liggen. In deze zaak was daarvan geen sprake: de drie zonneparken zijn eigendom van drie afzonderlijke bedrijven, die elk zelfstandig opereren1256.
De uitspraak: drie aansluitingen verplicht
Het CBb bevestigde het oordeel van de ACM: Liander is verplicht om voor elk van de drie zonneparken een aparte aansluiting te realiseren. De aansluitplicht geldt per WOZ-object, niet per productie-installatie. Het pleidooi van Liander om het opknipverbod ruimer te interpreteren, werd verworpen. Ook andere argumenten van Liander, zoals een beroep op Europees recht en het kostenveroorzakingsbeginsel, werden door het CBb van tafel geveegd125.
Wat betekent dit voor de praktijk?
Met deze uitspraak is er meer duidelijkheid voor zonneparkontwikkelaars en netbeheerders. Voor elk afzonderlijk zonnepark dat eigendom is van een eigen onderneming, geldt het recht op een eigen aansluiting. Dit voorkomt dat ontwikkelaars onterecht worden beperkt in hun mogelijkheden en draagt bij aan een eerlijk speelveld voor duurzame energieprojecten.
De uitspraak van het CBb is onherroepelijk. Daarmee blijft het besluit van de ACM in stand en is de aansluitplicht van Liander definitief vastgesteld.
Bronnen: ACM.nl, Energeia, Energiebesteding.com, Recht.nl, Klimaatweb